Turkey part 2
Terug van een tweede week Turkije en weer veel verhalen te vertellen!
Dag 1 – De Wederkomst
De hele crew van ons vliegtuig richting Turkije was dezelfde als drie weken eerder. Alper en Mustafa kenden ons natuurlijk niet meer. Wij hen wel, omdat we er toen al veel plezier hadden. Maar wat kon de bemanning ons verder schelen? We vlogen terug naar onze vrienden! Wat een raar idee. Een bizarre gedachte om twee weken na je vorige vakantie weer opnieuw te gaan. Om Fevzi terug te zien…
Gedachten verzetten. Om de verveling tegen te gaan, had ik nog snel een klein gezelschapsspel in mijn handbagage gestoken. Dat bleek Pim Pam Pet te zijn. Na enkele dieren, groenten, landen en staatsmannen met allerlei beginletters op te noemen, puzzels in te vullen, tijdschriften lezen en patience te spelen, werd het eindelijk tijd om te landen. Een ouder vrouwtje in blauwe bloemetjesjurk stapte samen met ons het vliegtuig uit en de transferbus naar de luchthaven op. Ze deed haar jas aan, terwijl ze ons vertelde dat je dat hier wel nodig hadden. “We landen net in Turkije, mevrouw, het is hier 35 graden.” dacht ik bij mezelf, maar ik glimlachte naar het vrouwtje, knikte een keer en zei: “Ja inderdaad.”
“Kijk eens naar die lucht. Wat een mooie wolken!” riep ze vervolgens uit. Ik zag amper wolken. Het beetje wolken die ik zag waren bovendien niets speciaals; ik had al mooiere wolken gezien. We glimlachten allebei: “Ja… mooi.”
“Het is wel warm hier.” verzuchtte ze plots. Ongeveer tegelijkertijd arriveerden we aan de luchthaven en maakten we ons snel uit de voeten. Hopelijk zit ze niet bij ons in het hotel.
Paspoort-controle, koffers ophalen, bus zoeken, koffers inladen, wegrijden. Ik voelde me vrij rustig tijdens de rit. Mijn reisgezel iets minder. Na zo’n anderhalf uur zagen we echter Marmaris liggen en begon ook ik zenuwachtig te worden. Hoe zou het personeel reageren? Misschien vinden ze ons wel helemaal eppet. Misschien gaat het nu allemaal anders zijn; gaat het tegenvallen en gaan we het ons beklagen dat we ooit teruggekomen zijn. Hoe gaat Fevzi zich gedragen na wat er na de foam-party gebeurd is? En wat… oh shit over 100 meter zijn we er!
Het was reeds etenstijd in het hotel. Het hele personeel zag ons dus aankomen. Ik zag Fevzi als eerste. Mehmet ernaast. Ze merkten mij ook op en begonnen plots enthousiast te zwaaien! We stapten uit en beiden kwamen naar de bus gelopen. Ik kreeg een hand en een “Hello, how are you.” van Fevzi. Mehmet deed het echter op zijn Turks en nam me eens goed vast. Plots kwam ook Emrah aangelopen. Letterlijk lopen! Emrah, die me toen op een gegeven moment plagend begon te strelen en vingers in mijn zij te steken, omhelsde me meteen. Ook op zijn Turks dus: zoals wij elkaar driemaal zouden kussen, maar bij hen vielen de kussen achterwege en waren het drie knuffels. Eentje links, eentje rechts en nog eens eentje links. Wat een hartelijk ontvangst!
Emrah stond er blijkbaar op om onze tassen te dragen. Toen ik mijn tas wou pakken, nam hij hem al meteen mee. We checkten in en hij bracht de tassen naar onze kamer. Nu ik het opschrijf zie ik er een klein beetje de humor van in. Vorige keer bracht mijn aller Fevzi onze bezittingen naar boven en begon ik hem later meer dan zomaar leuk te vinden. Deze keer was het Emrah…en verder stond ik toen nog nergens bij stil.
’s Avonds aan de bar zaten we bij een Nederlander (die samen met nog zo’n 14 anderen tegelijk met ons aangekomen waren). Zelf bleek hij ooit Huisman van het jaar geweest te zijn, wat mij enigszins verbaasde, aangezien hij die ochtend op het vliegveld, die middag in het vliegtuig, tijdens het avondeten en ook nu aan het bier zat. Maar dat was toen misschien nog niet. En hij bleek er goed tegen te kunnen.
Dat kon niet van mij gezegd worden. De Kutman wijn smaakte me te goed. Ik was moe. Het was warm. Die factoren beïnvloedden mijn nuchterheid nog eens extra. Gelukkig heb ik me niet aangesteld. Ben ik niet op de bar gaan dansen ofzo. Of als een drama queen jankend naar mijn kamer lopen, stel je voor…
Om 2 uur besloten we wijselijk ons bed op te zoeken. We waren de laatsten. De barman zal vast en zeker blij geweest zijn dat hij ook kon gaan slapen. Op mijn nachtkastje keek ik nog eens op mijn gsm en hey, ik had een nieuw bericht. Van mama. Geslaagd voor haar computerexamen en dat we maar een cocktail op haar kosten moesten drinken! (later bleek dat ze de beste van de klas was met haar 29,5 op 30. Proficiat mama!)
En dus liepen we terug naar de bar. Niet ver, onze hotelkamer was de dichtst mogelijke bij de bar. Helaas ook degene waar je ALLES kon horen wat in de bar gebeurde. ’s Nachts, maar ook ’s morgens als om 9 uur de muziek luider werd gezet. De receptionist (die er tot 8 uur ’s morgens zou zitten, dat krijg je bij een receptie die 24 uur open is) en de barman keken ons verbaasd aan. We legden uit dat mijn moeder geslaagd was en we een cocktail kwamen drinken. Een blik op de cocktaillijst. Ons keuze viel op het Orgasm. Hilariteit brak uit toen we een toast op mijn moeder uitbrachten en ik haar bedankte voor het orgasme, dat trouwens niet zo lekker was.
Dag 2 – Leuk skipak
Geen ontbijt natuurlijk, want we waren moe en sliepen lang. Veel gebeurde er niet die dag. Mijn reisgezel had een boekje bij ‘Hoe en wat in het Turks’. Allerlei handige zinnen stonden er in. Zoals ‘Wat een leuk skipak!’. Zeer nuttig in het zonovergoten Turkije natuurlijk. ‘Ik hou van breien.’ Altijd leuk om te vertellen.
Gelukkig stonden er ook interessantere zinnen in. Onder de rubriek ‘Iemand versieren’ bijvoorbeeld. De leukste schreef ik op en zou ik terloops (als ik genoeg Kutman op had) wel eens laten vallen:
Ik moet de hele dag aan je denken -> Bütün gun seni düşünüyorum
Ik heb je zo gemist -> Seni öyle örledim ki
Kus me -> Öp beni
Ik heb van je gedroomd -> Rüyamda seni gördüm
Enkel de laatste twee kon ik onthouden en uitspreken zonder mijn tong in de knoop te leggen. Die dag gebruikte ik mijn pasgeleerde zinnetjes echter nog niet. Er gebeurden andere dingen.
Zo kregen we te horen dat J, de jongeman die mijn reisgezel vorige keer zo goed geholpen had met de bijensteek, ontslagen was! Iedereen was met verstomming geslagen. J is vriendelijk, hulpvaardig en de enige die daar vloeiend Nederlands en Turks spreekt en ze zetten hem aan de deur? Zeer vreemd.
Die avond stond Fevzi aan de bar. Hij zei bitter weinig en keek ons amper aan. Misschien moest hij niets meer van mij/ons weten. Oh well… kijken is ook nog leuk. En ik hoef er niet zo nodig na een party ergens mee te belanden, I guess.
Er zaten meer mensen aan de bar deze keer en we hadden de grootste lol om een paar situaties. Helaas is die niet blijven duren voor de gehele vakantie. Ik ga er ook niets over schrijven hoe wie of wat. Eigenlijk had ik in mijn vorige verslag best al enkel de eerste letters van namen gebruikt ipv de namen van het personeel zo open en bloot te posten…
De man (huisman van het jaar) zat er nu ook en begon me te vertellen over een open huwelijk en wat nog en dat hij tegen het einde van de week wel van bil wou gaan. Het maakte hem zelfs weinig uit met wie. Hij zag zelfs Fevzi wel zitten en zou geen nee zeggen moest hij het hem vragen. Het enige wat door mijn hoofd ging was een big fat WTF? Gosh, je hebt niet veel meer nodig om Huisman van het jaar te zijn…
De Kutman was weer lekker. Te lekker. ’s Nachts barstte ik plots in lachen uit. Mijn reisgezel vroeg wat er gaande was. “Henny! Ik noem hem voortaan Henny!” gilde ik uit. Wat Henny? Onverstaanbaar gebrabbel van mijn kant, omdat ik nog steeds moest lachen. Uiteindelijk kreeg ik het normaal gezegd alvorens een nieuw lachsalvo te starten: “Henny Huisman van het jaar!”
Het was zo grappig als een papieren dwerg, maar zoiets is ook hilarisch als je een paar glazen Kutman op hebt. Mijn reisgezel vond mijn opmerking ook niet bijster grappig, maar lag vooral in een deuk door mijn plezier en gegiechel.
God, wat zou ik me duf voelen de volgende dag…
Dag 3 – Rüyamda seni gördüm
Lang geslapen. Lichte hoofdpijn. Duf. En een uitnodigend zwembad op 5 meter van ons balkon. We moesten slechts het muurtje overspringen en we waren aan het zwembad. Eén van de weinige minpuntjes aan de kamer. De ochtendduik verfriste ons en maakte ons goed wakker. Heerlijk een ananassapje drinken langs het zwembad en de luie lamzak uithangen. Daar kwam Emrah aan. Hij kwam de bekers ophalen en toen hij me passeerde schoot ik recht en duwde hem zachtjes alsof ik hem in het zwembad wou gooien. Het was zo niet op voorhand uitgedacht, maar ik duwde hem op zijn buik. Nice abs… *bloos*
Hij lachte en ging verder, maar ook mijn reisgenote was recht gaan zitten. Licht panikerend vertelde hij dat de grote baas van het hotel aanwezig was en dat niet zou appreciëren. Ok voor deze keer dan. Beware, Emrah!
We trokken het dorpje in. We moesten toch eens íets ondernemen? Een jeep huren bijvoorbeeld! Al gauw vonden we een zaak waar dit kon. Na enig afdingen bleken we een Suzuki Samurai 24 uur lang te kunnen huren voor slechts 50 euro. Zonder boeking te maken, maar met een informatiefoldertje op zak, wandelden we verder. We naderden de plaats waar we eerder de trip naar Dalyan en het Turks badhuis geboekt hadden, bij George. Die herkent ons vast niet meer, maar we kunnen hem wel eens vragen of hij jeeps verhuurt. We zagen een man met pet en zonnebril op een kruk zitten en tuurden. Was dat George of niet? Plots stak de man zijn hand op en riep: “Hey you’re still here?!” Hij herkende ons nog! Hoe leuk. We vertelden hem dat we het te aangenaam vonden en gewoon nog eens een week geboekt hadden. Mijn reisgezel informeerde hem over het feit dat ik een paar Turkse zinnen kon. Met grote blos op de wangen vertelde ik George dat rüyamda seni gördüm (ik heb van je gedroomd). Ook ‘kus me’ kreeg hij in het Turks te horen, daarbij zelf al een stap achteruit zettend om zeker over te laten komen dat hij het níet moest doen; dat ik enkel mijn Turkse zinnen ten gehore bracht.
George verhuurde ook jeeps. Voor 60 euro konden we er eentje krijgen. Sorry, George, we hebben al een adres waar we maar 50 euro moeten spenderen. Lang moest hij niet nadenken. We mochten van hem ook een jeep huren voor 50 euro. Deal! Vrijdag om 9:45 uur zou hij voor ons hotel afgeleverd worden. Spannend!
We baanden een weg terug naar het hotel, hierbij gretig gebruik makend van onze gebarentaal-truck om de hasslers te ontwijken. Het werkte nog steeds, ze drongen niet meer aan. Hoewel… eentje trok zijn stoute schoenen aan. Terwijl mijn reisgezel en ik druk met onze handen “praatten” en hem voorbij wandelden, liep een hassler me achterna, tikte me op de schouders, maakte een eetgebaar en wees naar zijn restaurant, wild knikkend met zijn hoofd. Even wist ik niet wat te doen. “No thank you” zeggen? Of mijn rol blijven spelen? Ik besloot om het laatste te doen, schudde met mijn hoofd en wreef over mijn buik alsof ik al gegeten had. Hij wou nog iets uitbeelden, maar ik had me alweer omgedraaid… het was te moeilijk om mijn lach in te houden. Leuke poging toch wel van die man!
In het hotel stond al eten op ons te wachten, warm buffet zoals altijd. Tot die avond was ik niet “lastig gevallen” door schouderklopjes, rugwrijfjes en zijkneepjes. Lastig vallen tussen aanhalingstekens, want ach, zo erg was het niet. Het was wel grappig. Maar Emrah hield zich koest. Hij bleek de bal doorgespeeld te hebben naar Mehmet, die nu begon. Ik plaagde hem terug door het Turks droom-zinnetje te zeggen. Hij lachte en zei iets terug. Natuurlijk verstond ik daar dan weer geen woord van.
Na het eten zaten we nog even aan de bar. Hüsam, de barman vroeg me om m’n Turkse zinnetjes tegen de anderen te vertellen. Fevzi en Çağlar keken raar op toen ik hen (voor de tigste keer die dag) vertelde dat ik van hen gedroomd had. Wist ik toen veel dat ik de volgende dag niet eens meer zou liegen als ik het weer zou zeggen… Ook Emrah kreeg iets te horen. Hij was de plaaggeest van toen, dus draaide ik de rollen nu eens om en vroeg hem doodserieus öp beni. Hij lachte en herhaalde de woorden. Meer niet. Meer had ik ook niet verwacht.
Ik was moe en besloot om even op bed te liggen. Nietsvermoedend van wat er aan de bar gebeurde. Plots kwam mijn reisgezel hardop lachend binnenvliegen met verontschuldigingen voor wat ze gedaan had. Gelukkig was het niet al te erg. Zij en Henny Huisman hadden Emrah geplaagd door hem wijs te maken dat ik speciaal voor hem naar mijn kamer was gegaan en daar op hem wachtte. Uiteindelijk boden ze hem geld om naar de kamer te komen. Niet serieus denk ik (hoop ik), want de bieding liep op tot 900 euro. Zelfs dat was echter niet genoeg om hem te overtuigen. Hoe flatterend eigenlijk… Niet dat ik het anders wél prettig zou vinden, als hij enkel voor het geld langsgekomen was. Dan zou ik mezelf vrij zielig vinden. Maar ach, het was wel grappig en misschien dacht Emrah écht dat ik in hem geïnteresseerd was. Dát vond ik dan weer grappig. Zijn verdiende loon om me vorige keer zo uitdagend te plagen.
Deze avond was het ergst qua Kutman wijn drinken. Het werkte in op mijn gemoed. Mijn reisgezel en ik bespraken iets over verwijfde trekjes hebben. Ik weet niet meer waarom, waarschijnlijk hadden we die dag iemand gezien die heel verwijfd was ofzo. Ze weet dat ik als de dood ben dat ik zelf zo’n trekjes vertoon en dat ze het me moet vertellen als ik zoiets doe, zodat ik er op kan letten en het nooit ofte nimmer meer doe. Nu begon ze me echter een beetje te pesten, zoals we dat vaker doen voor de grap. Ik zou übergay zijn en iedereen zou meteen zien dat ik van de verkeerde kant ben. Mijn lach verdween van mijn gezicht. Voor de grap vroeg ik haar om te stoppen, omdat ik anders zou gaan wenen. Ze wist dat ik het zei om te lachen, en dat was zo ook bedoeld… maar plots voelde ik mijn ogen nat worden. Ik sprong van mijn kruk en deelde haar mee dat ik naar het toilet moest. Ze merkte echter nog net de traan op die uit mijn oog ontsnapte.
Ik liep de kamer in, naar het toilet, want ik moest ook echt. Terwijl ik daar stond, voelde ik nog meer tranen opkomen en over mijn wangen naar beneden diggelen. Doe niet zo belachelijk, dacht ik. Dit is toch niks om je druk over te maken? Het was toch een grap? Ik ben toch niet superverwijfd en übergay? Misschien wel… wie is er namelijk net als een drama queen weggelopen en staat hier nu te janken? Op dat moment kwam mijn reisgezel ook binnen. Ze verontschuldigde zich omdat ze zag dat het me geraakt had. Tijdens de daarop volgende omhelzing brak ik helemaal los. Al snel begon ik echter weer te lachen om het feit dat ik me net als een drama queen gedragen had en dat ik om tien keer niks een potje stond te wenen. Ze vertelde me dat het vast aan het overtollige gebruik van de wijn lag. Een bemoedigende gedachte. Die waarschijnlijk ook helemaal correct was. Toen nam ik me nog voor om hier niets over te vermelden tegen wie dan ook, maar wat kan het mij eigenlijk schelen?
Ik fatsoeneerde me een beetje, want het zou helemaal drama queen zijn om weer met rode ogen aan de bar te gaan zitten. We verlieten de kamer en stapten terug naar onze krukken. Fevzi en Esabil, de receptionist, hadden me schijnbaar ook met natte ogen de kamer in zien verdwijnen. Ze vroegen of everything okay was. Ja hoor. Wat een lieve mensen zijn het ook. Eerder die week had mijn reisgezel slecht nieuws van thuis ontvangen en leefden ze ook al zo mee.
Die avond had ik trouwens (na het avondeten) ook nog een gesprek (voor zover dat ging, want zijn Engels is vrij beperkt) met Fevzi. Eindelijk deed hij weer normaal en konden we weer wat lachen. Ik was echter niet meer zo betoverd door hem en vroeg me enigszins af waarom.
Die nacht droomde ik van hem, twee andere personeelsleden (Hüsam en Çağlar) en mijn reisgezel. We stonden allemaal bij mij thuis de kerstboom te versieren. God weet waarom. Waarschijnlijk omdat het kerstmis was. Daarna trokken Fevzi en ik mijn dorp in. We zaten aan een picknicktafel (op een plaats waar in real life niet eens zo’n tafel is hier) en het leek alsof we al ruime tijd een koppel waren. In elkaar’s armen liggend enzo. Nee, geen nood, het werd geen 18+ droom. En dan nog, zou ik hem hier niet beschrijven! Het was eerder een gelukzalige droom. Fevzi en ik, ongestoord samen zijn en alle beknepen en bescheten Arendonkenaars die ik van weleer kende, keken ons aan met wijd openvallende bakkes. Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld als in die droom. Raar echter dat het met Fevzi was. Ik dacht dat het beetje gevoelens dat ik voor hem had, verdwenen was. Misschien onbewust toch niet?
Dag 4 – Feelings…
De dag begon akelig. Een gigantische monsterspin van wel 2 centimeter grootte, teisterde onze hotelkamer. Die pak ik wel even, dacht ik. Zo’n kleine spinnen zijn zo eng nog niet. Met een lege slof sigaretten had ik een perfecte koker om de spin van de muur in de doos af te schrapen en dan buiten te gooien. Ik probeerde dit voorzichtig te doen zodat hij niet naast de koker zou vallen. De spin kon echter snel kruipen, dus bewoog ik ook sneller. Plotseling sprong het beest boven op de koker! Een bruuske beweging die ik niet had verwacht en me zo liet schrikken dat ik de koker liet vallen en wegrende. De spin was nu op mijn kleren gevallen en kroop door alle plooien van mijn broek en shirt. Mijn reisgezel, de heldin, kwam het oplossen. De spin was intussen op het tafeltje gekropen. Ze hanteerde dezelfde methode met de koker om de spin te pakken. Weer sprong hij op en landde zo’n 20 centimeter verder. Genoeg om ook haar te laten schrikken. Maar nu waren we hem kwijt. Op de grond waarschijnlijk. Ik hurkte en tuurde. Plots wees mijn reisgezel verschrikt naar mij met een klein gilletje, waardoor ik een meter omhoog sprong! De trunte! De spin bleek weer in mijn kleren te zitten, dus werd mijn broek uiteindelijk met spin en al door het raam naar buiten gegooid. We hadden het overleefd!
De vorige dag hoorde ik dat Emrah naar de kapper ging. Vandaag zag ik het resultaat. Wow! Hij zag er plots zo veel beter uit… Bovendien was hij weer dezelfde als drie weken eerder. Hij begon me tijdens het eten weer uit te dagen door me sexy boy te noemen en me telkens hij voorbij kwam weer aan te raken. En Mehmet deed ook nog vrolijk mee. Ik had het er maar druk mee!
Overdag lagen we weer aan het zwembad. Dit is wat we de eerste week eigenlijk wilden doen: niets. Maar toch hadden we die jeep gehuurd voor morgen. We moesten toch wel íets doen, niet? Nu we hier toch waren.
Al gauw werd het avond. Niet laat opblijven deze keer, want morgen komt de jeep om 9:45 uur. Morgen hebben we voor het eerst ontbijt deze week!
Erg laat zouden we het dus niet maken… right. Het was te gezellig en het werd alsnog laat. De bar zat vol deze keer. Emrah begon stiekem een beetje de perverseling uit te hangen door allerlei suggestieve gebaren te doen. Gericht naar twee meisjes en een vrouw van vooraan in de 40. Hij vond de vrouw schijnbaar uitermate sexy. De vrouw kreeg het door, maar moest er niet veel van hebben en vroeg de mannen aan de bar om te dansen. Niemand wou. Ze vroeg mij en ach waarom ook niet? Ik zag er wel humor in dat ik met de vrouw waar Emrah zijn zinnen op gezet had, zou staan dansen. Al dansend vertelde ik haar dat het personeel ook wel met haar zou willen dansen. “Ja, maar dat wil ik niet!” riep ze uit. Wie wil er nu niet met Emrah dansen, vroeg ik me nog even af. Toen vertelde ze dat ze dacht met mij wel veilig te zitten, omdat ze de indruk had dat ik homo was. Valt het zo hard op dan, vroeg ik haar, met in mijn achterhoofd de hele scène van de avond daarvoor. Niet zo, maar ze had zelf een homo in de familie en merkte het gewoon snel.
Een tijdje later liep de bar leeg en bleven we nog met twee over, samen met Emrah, Hüsam en Esabil de receptionist. Het had toch geen zin om eerder naar bed te gaan, want de harde muziek zou ons toch wakker houden. Die hoorde je even hard vanuit onze slaapkamer. Esabil vertelde ons dat Emrah en Fevzi een vriendin hadden. In Nederland. Ze belden en smsten er vaak mee blijkbaar. Right, en hier zitten ze nog steeds achter de meisjes aan. Ik was me op dat moment wel terdege bewust dat het waarschijnlijk gewoon deel van hun job is om de versierder uit te hangen tegen sommige gasten.
Mijn reisgezel kreeg een lumineus idee. Ze vroeg Emrah’s gsm-nummer voor een leuk meisje in Nederland. Gretig nam hij het aanbod aan en schreef zijn nummer op een servet. Alsjeblieft, zei ze vervolgens terwijl ze de servet aan mij overhandigde. Daar hadden we hem weer even liggen. Ik verdween de kamer in om in het Turks boekje iets op te zoeken en stuurde Emrah: Seni Seviyorum! O kadar güzel görlerin var ki! Big kiss, Japar. (Ik hou van jou! Je hebt zo’n mooie ogen!) Japar was een bijnaam die ze mij gegeven hadden. Een niet al te positieve, vrees ik (we vroegen de vertaling eens aan een andere Turk en die zei dat het een naam was voor een horny boy )
Mijn reisgezel zou hem in de gaten houden als hij zijn gsm nakeek. Maar plots nam Esabil zijn gsm en begon te kijken. Hij liet het aan Emrah zien, die hard begon te lachen. Had Emrah ons voor de gek gehouden en Esabil’s nummer gegeven? Mijn reisgezel ging er op af. Esabil overhandigde de gsm zonder blikken of blozen en… er stond een foto van Emrah op toen hij net uit de douche kwam! Emrah panikeerde terwijl mijn reisgezel lachend de kamer binnen kwam om de foto te laten zien. Alles was trouwens zedig bedekt, maar dan nog, Emrah werd nog eens extra terug geplaagd.
Emrah las even later mijn bericht. Hij keek erg bedenkelijk en begon te lachen toen hij Japar las. Wat lacht hij lief…
Later liet hij een paar namen in de adressenlijst op zijn gsm zien. De naam van zijn “girlfriend” in Nederland begon met een D. Daaronder stond Fevzi en ik wees het aan. Ja, ja! Ik kreeg het nummer en moest ook zoiets van seni seviyorum naar Fevzi sturen. Dat zou pas lachen zijn! Ik kreeg het gevoel alsof beide jongens trefbal speelden, met mij als bal. Maar ik vond het niet eens erg eigenlijk… wij hielden hen voor de gek, dus ach, andersom mag ook wel eens. Toen kwam mijn reisgezel met een nog beter idee aanzetten! Ze vertelde Emrah dat ze met haar gsm een foto zou maken terwijl ik Emrah op de wang kuste. Dat zou ze dan opsturen naar Fevzi. Emrah lachte en werd enthousiast. Ja, dat moesten we doen!
Ja… een top idee. Ook ik sloeg dit niet af natuurlijk. Zo gezegd, zo gedaan. De foto werd gemaakt en ik genoot van elke seconde ervan. Het verzenden van de foto lukte echter niet. Maar who cares, ik heb Emrah op de wang gekust! *bloos*
Deze keer had ik niet eens zo veel wijn op, want ik wou wel fit zijn voor de jeepdag. Dus ik was me terdege bewust van alles. Eenmaal in bed voelde ik me anders dan anders. Hij lacht zo lief… hij is zo leuk… *zucht* ships, I think I’m in love…
Dag 5 – Jeep
9:00 uur. Mijn gsm loopt af. We moeten er uit, want de jeep staat over een klein uur voor de deur.
Voor de eerste keer at ik van het ontbijt deze week! Ik koos voor een schaaltje cornflakes, want meer kreeg ik nog niet echt binnen. Emrah was ook al op en vroeg me of ik al een sms naar Fevzi had gestuurd. Nee, maar vooruit dan, ik zal het nu doen. Seni Seviyorum! Rüyamda seni gördüm! Big hug, Japar. Ik loog niet eens. Niet helemaal, that is. Want ik had daadwerkelijk van hem gedroomd, 2 nachten eerder. Het berichtje kwam aan, Emrah nam Fevzi’s gsm (ze liggen allemaal achter de bar) en liet hem weten dat hij een bericht had. Fevzi was verder niet erg onder de indruk. Ik hoorde de twee jongens verder roddelen. Het ging duidelijk over mij. Dat hoorde ik toen Emrah mijn sms’je aan Fevzi vertelde. Emrah lachte volop. Fevzi bleef zichzelf: stil en koel.
We wachtten op de jeep. Wie zou vertrekken? Het personeel kennende zouden ze allemaal kijken als we vertrokken en ons kennende zouden we dan drie keer stilvallen voor de deur van het hotel. Uiteindelijk besloten we dat ik zou vertrekken.
Daar verscheen de jeep. Bij het ondertekenen van een soort contract, kregen we plots te horen dat de tank leeg was en we dus eerst nog moesten tanken. Aan ons was echter beloofd dat de tank vol zou zijn en we hem op het einde van de dag weer vol moesten doen. Tja, vergeten door te geven waarschijnlijk. De enige plaats waar we die dag NIET heen wilden was Marmaris. Zo’n druk en toeristisch gedoe! Niets voor ons. Maar natuurlijk was het enige dichtstbijzijnde tankstation in Marmaris… Bovendien moest mijn reisgezel ook plots haar paspoort afgeven als borg. Dat hadden ze ook wel eens op voorhand mogen zeggen.
Maar vooruit dan… alles was geregeld en we vertrokken. F*ck, ik naar Marmaris, de drukte in. Het was warm, maar ik zweette enkel al van de gedachte daar rond te moeten rijden. Even overwoog ik nog om mijn reisgezel te vragen om het te doen, maar toen besloot ik om er gewoon voor te gaan en niet flauw te zijn. We praatten maar weinig toen we in de drukke stad arriveerden. Ik concentreerde me op de weg. Langs alle kanten staken namelijk toeristen de weg over zonder te kijken of er iets aankwam. Overal hoorde ik getoeter om me heen. Als dank dat ik iemand voor liet. Om te laten horen dat er iemand langs achter voorbijkwam. En om wat voor redenen nog allemaal. Auto’s die langs de weg geparkeerd stonden, maar plots vertrokken terwijl je er naast reed en ze de weg extra versmalden. Het grote Shell logo dat ik plots in de lucht zag, kwam als een godsgeschenk. Eindelijk hadden we een tankstation gevonden! De tank werd volgegooid en we waren 50 euro kwijt. Nu weer terug. Weer door Marmaris. Terug naar het hotel, want we vergaten natuurlijk onze kaart mee te nemen!
Eenmaal we de kaart opgehaald hadden, vertrokken we weer. Deze keer reed mijn reisgezel en ging de route door de bergen, langs smalle bergpasjes. Terwijl zij in Marmaris blij was dat ze niet achter het stuur zat, was ik in de bergen blij dat ik die steile weggetjes niet op moest.
We reden naar Turunç, waar mijn reisgezel een fake (alles is fake in Turkije) Von Dutch petje kocht tegen de zon en ik het stuur weer overnam richting Amos. Mijn eerste keer op de smalle weggetjes. Eng in het begin, vooral als je steil omlaag gaat en er wat grind op de weg ligt waar je over uitschuift, met een diepe afgrond op 2 meter naast je. Maar het gaf ook best wel een kick!
Turunç:
Na Turunç kwamen we in een klein dorpje terecht, dat verre van toeristisch was. Oké, er stonden ligstoelen op het strand en er was een restaurant. Maar in Marmaris stonden 5 miljoen ligstoelen en waren er 106 restaurants. Heerlijke rust. We aten bij het restaurant een kipbrochette (het enige betrouwbare dat we konden vinden op het menu) en verbrandden onze vingers aan de hete frietjes. We waren ze lauw gewend, zoals in ons hotel.
Dit kleine dorpje lag echter wel aan het einde van de route, dus moesten we rechtsomkeer maken en dezelfde weg terug rijden. Ergens zouden we links af moeten slaan om richting Bayir te rijden. Uiteindelijk vonden we die weg, maar hij lag open. Het was allemaal grind, 10 kilometer lang. De weg was al smal, maar er stond een verkeersbord dat hij nog smaller zou worden. En zoals alle wegen bevonden zich ook hier aan de ene kant van de weg een muur van rotsen en aan de andere kant een diepe afgrond. Te gevaarlijk, zo vonden wij. Bovendien was het verschrikkelijk heet. We reden terug naar het hotel, liepen onze kamer in, trokken zwemspullen aan, doken in het zwembad, kropen eruit, deden frisse kleren aan en vertrokken weer. Nu langs die weg op die andere berg die we zagen. Deze bleek naar Datça te leiden, zo’n 100 kilometer verder. De tank moest toch leeg, dus we gingen ervoor. Ook nu kwamen we tal van wegenwerken tegen. Grind of stukken teer midden op de weg, zonder enig verkeersbord dat je op voorhand waarschuwde. Veel opvliegend stof en ronkende machines. Maar ook mooie stukken met prachtige uitzichten van bergen in de zee en kleine dorpjes.
Onderweg stopten we nog even in een dorpje. Op het straatje dat er heen leidde, moest ik even wachten op wilde ezels die er rondwandelden. Aan het eind van de weg lag een klein vakantiedorpje. Blijkbaar enkel voor Turkse mensen, want we zagen geen andere toeristen. Een man in uniform hield ons tegen voor een slagboom en we vroegen of we daar iets konden kopen om te eten en drinken. Geen probleem, er was een winkeltje in de buurt. Ik parkeerde en we wandelden naar het strandje, denkende daar het winkeltje aan te treffen. We vonden echter een klein cafeetje. Maar er stonden bakken van Ola. Hmm, een ijsje zou er wel ingaan. We keken in de bak, maar troffen hem leeg aan. De stekker zat niet eens in het stopcontact. Snickers of iets hadden ze ook niet. Dan maar een blikje cola en Nestea Peach. Oops… zei mijn reisgezel nu echt Peach tegen die jongen? Een groot scheldwoord in het Turks, zo wisten we intussen. Gelukkig begreep hij dat het over het drankje ging.
Terug wandelend richting jeep, kwamen we het winkeltje tegen. We kochten dus alsnog een ijsje en een snickers en andere versnaperingen en reden weer verder richting Datça, dat op het einde van een schiereiland ligt, zodat we na een tijd links en rechts in de verte de zee zagen.
De omgeving langs de weg naar Datça zag er beduidend armer uit. We kwamen menig krotje tegen waarvan we eerst dachten dat het een leeg vervallen huisje was, maar dat dan toch bewoond bleek te zijn.
Datça:
In Datça zelf, zaten we even op een muurtje langs een kleine boulevard naast het strand. Lang konden we echter niet blijven, want we moesten de hele rit natuurlijk ook nog terug. Dezelfde weg met dezelfde wegenwerken en dezelfde man die met mitrailleur in de aanslag een camping stond te beschermen… Het was een geweldige en avontuurlijke trip! Geen van beiden hadden we er spijt van.
Avondeten in het hotel. De kok, waar we nooit meer contact mee hadden dan thank you zeggen als hij je eten opschepte, was blijkbaar ook ingelicht over het plagen. Hij begon nu namelijk ook. Normaal zou hij een schep frietjes op je bord leggen. Als je een beetje meer wou kon je dat gerust vragen, of gewoon je bord daar houden en dan schepte hij verder. Maar vandaag schepte hij één klein steeltje op en legde het op mijn bord. Met zijn meest onschuldige blik keek hij me vervolgens aan en vroeg: “Yes?” Ik antwoordde yes terug. Natuurlijk wou ik meer dan één frietje. Hij legde meer op mijn bord, ik bedankte en ging verder om de mayonaise te nemen. Ik zag hem stiekem lachen en keek hem zelf ook lachend aan. Natuurlijk werd ik helemaal paranoïde, zoals altijd bij dit soort dingen. Was hij ingelicht door een paar jongens van het personeel? Vinden ze me überhaupt wel ok of zijn ze me liever kwijt? Of vinden ze me vet, zo van één frietje is wel genoeg? Of ben ik gewoon té achterdochtig en moet ik niet zo doordenken over alles?
Tijdens het eten hoorde ik allerlei gelach en gegiechel bij het tafeltje achter me. Ik wist dat de vrouw waar Emrah blijkbaar zo op viel, daar zat. En het was telkens als hij voorbij kwam dat de personen aan de tafel in lachen uitbarstte. Hetzelfde zoals drie weken eerder, toen Emrah me over de schouder begon te wrijven en die dingen. Nu dus bij haar. Bah, kutvent. En wat moet die vrouw met een manneke van 18? Ja, ik voelde me jaloers en bedacht me later hoe erg ik het te pakken had dat ik om zoiets jaloers werd… Erger dan ik me de hele tijd wijs maakte.
Die avond was het Turkse avond. De buikdanseres en breakdancers zouden dus weer komen. Wij hadden het allemaal al eerder gezien en wilden absoluut niet weer door de buikdanseres het podium opgesleurd worden om mee te doen. Gelukkig hadden we onze jeep nog. Vanuit de jeep keken we toe wie gekozen werd. Veel zagen we echter niet, dus reden we nog even het dorpje in naar een internetcafé. Je bent verslaafd of niet natuurlijk. Hoewel, niet echt, want we hadden samen één computer voor een half uurtje gebruikt. Enkel om een paar kleine dingetjes te regelen die geregeld moesten worden. Toen weer terug naar het hotel. De voorbije dagen hadden we ook contact gekregen met twee heel toffe meiden uit Groningen. Drie weken geleden hadden we een stel dat we ‘die leuke mensen’ noemden onderling (omdat we eigenlijk nooit de naam gevraagd hebben en andersom ook niet), maar deze twee werden stilaan ‘de nog leukere mensen’. Deze keer wisten we ook de namen, dus dat scheelde al veel. Ik zal enkel de eerste letters van de namen gebruiken: H en N. We deelden onze avonturen aan de bar en dachten vaak hetzelfde over een aantal dingen.
Die avond werd er dus vooral gepraat tussen de gasten onderling, terwijl drie weken eerder toch wat mensen stonden te dansen. De hotelmanager vertelde me dat hij wat Dutch music op zou zetten om de sfeer er in te brengen. Hij had wel gemerkt hoe ik eerder die week lekker marginaal de polonaise mee inzette terwijl Frans Bauer ‘Heb je even voor mij’ schreeuwde. Toen had ik echter meer Kutman op dan nu. Nu was ik helemaal niet in the mood. Niemand blijkbaar, want geen mens nam initiatief, op het personeel na. Zij probeerden gasten te mobiliseren om nog eens de polonaise te doen. Vooral Emrah probeerde me te overtuigen. Ik had er echt geen zin in, maar hey, idee! Als hij het per se wil, moet hij maar leiden. Ik greep zijn schouders vast en duwde hem vooruit. Even sputterde hij nog tegen, maar ik hield hem goed vast… aan zijn sterke schouders… Wat dacht je anders? Ik ga niet zomaar de polonaise doen als ik nuchter ben! Emrah vasthouden en achterna lopen was me een groot genoegen.
’s Avonds kwam ik er achter hoeveel ik eigenlijk al over Emrah had opgeschreven… Pff dit moest niet gekker gaan worden. Ik wil niet halsoverkop verliefd zijn en met een bloedend hart en natte ogen afscheid nemen. Ik bleef maar in mijn hoofd herhalen dat hij toch hetero was. Dat het niet andersom was en het nooit iets zou worden. En zo viel ik alsnog denkend aan Emrah in slaap.
Dag 6 – See you in greppel again
8 uur. Gewekt door een sms van vader, maar meteen weer omgedraaid en tot 10 uur geslapen. Ik ging op het balkon zitten om wat te bekomen, terwijl mijn reisgezel nog wat meer slaap probeerde te vatten. Ik hoorde mensen afscheid nemen aan de receptie. J, die dinsdag ontslagen was, vertrok vandaag. Ik voelde me nog niet helemaal wakker en fris en monter genoeg om er vrolijk bij te komen staan.
Een half uurtje later wilde ik bij de receptie naar huis bellen en zag dat J’s taxi net aangekomen was. Hij was nu echt afscheid aan het nemen van de laatste mensen: hotelmanager en receptioniste. Mehmet wees het me nog eens snel aan dat ik nog dag moest zeggen, wat ik dus ook deed. Samen met een bedankje voor alles. J was echter gehaast en vluchtte de taxi in.
Ik drukte het nummer van de kaart in om naar huis te bellen. Emrah zag het en kwam naast me staan. God, wat maakt hij me zo zenuwachtig. Hij vroeg of ik naar mijn moeder belde. Ja. Hij bleef staan en riep af en toe hello. Stiekem begon ik te hopen dat er niemand zou opnemen, zodat ik dit niet moest uitleggen. De telefoon bleef overgaan en er nam inderdaad niemand op. Tijd om Emrah weer terug te pakken. Ik begon tegen niemand door de hoorn in het Nederlands te vertellen en liet af en toe de naam Emrah vallen. Hij glimlachte een beetje, niet wetende of ik serieus bezig was of niet. Ik besloot hem maar uit zijn leiden te verlossen en te zeggen dat er niemand thuis was. Toen kwam zijn leuke lieve lach weer tevoorschijn…
Ezgi, het meisje achter de receptie, had ik eigenlijk nog niet veel gesproken, buiten hello, how are you, thank you en may I have the key, please. Tijd om er verandering in te brengen, want ook zij is supervriendelijk. Ze vroeg me mijn leeftijd en ik spontaan de hare, gevolgd door een “Oh sorry, I shouldn’t ask a lady.” Maar het was helemaal ok. Ze was 20 en begon te vertellen dat leeftijd niet belangrijk was, maar hoe je er uit zag wel. Sommige mensen zien er 40 uit, terwijl ze nog maar 30 zijn en andersom. Het was belangrijk om er jong uit te zien dus. Vreemde gedachte, maar whatever makes her happy is fine by me.
Na het middageten zaten we nog even aan de bar bij H en N. Emrah stond achter de bar, hield op een gegeven moment zijn hand onder een druppende kraan en spetterde het naar mij. H schoof haar iets meer dan halflege glas water naar me toe terwijl ze me zei: “Je mag dit gerust gebruiken hoor.” Ik durfde het eerst niet echt, maar werd aangemoedigd en zwetste het water recht in zijn gezicht. Hij schrok en deinsde achteruit. Hij moest lachen maar vertelde me dat hij nu een “big problem, very big problem” had. Ik dacht terug aan het zwembad eerder die week toen hij meedeelde dat hij er niet in geduwd mocht worden wegens de grote baas en kreeg medelijden met de arme jongen terwijl hij op de natte vlekken op zijn shirt wreef. Maar het was vast een verzinsel van hem om niet in het zwembad te eindigen, want wat kon zo’n baas er op tegen hebben? De gasten duwen hem dan toch? Daar zou hij geen schuld aan hebben.
Het was de voorlaatste dag en we kregen het idee om iedereen van het personeel een kleinigheid te kopen als afscheidcadeau. We trokken het dorpje in, op zoek naar iets gepast. We hadden enkele ideeën in het hoofd, maar die vervaagden reeds snel toen we grappige poppetjes zagen staan die een bordje vasthielden. Op dat bordje stonden allerlei grappige opmerkingen, maar je kon er ook zelf verzinnen en op laten schrijven. We besloten om iedereen zo’n poppetje te kopen. Dan hadden ze immers allemaal iets van dezelfde waarde. De klus was echter om voor iedereen iets te verzinnen. Dit was het resultaat:
- Ezgi: Sexy chick … omdat ze het er over had dat het belangrijk was hoe je er uit zag. Ze vond het heel leuk om te krijgen en zei heel serieus “It’s true!” toen ze het opschift las.
- Fevzi: See you in greppel again … omwille van wat er drie weken eerder in de greppel plaats vond. Intussen wisten ze ook wel wat wij bedoelden met greppel. Maar nog niet helemaal goed genoeg, want hij keek een beetje bedenkelijk, maar bedankte ons toch hartelijk.
- Mehmet: Rüyamda seni gördüm … (ik heb van je gedroomd) omdat hij die woorden maar bleef herhalen toen hij wist dat ik ze kende. Bij ontvangst lachte hij en vertelde me dat hij ook van mij had gedroomd.
- Emrah: Öp beni … (kus me) verdere uitleg volledig overbodig, denk ik. Hij las het hardop maar deed niet wat er stond. Dat had ik ook niet verwacht natuurlijk. Maar misschien wel stiekem gehoopt.
- Hüsam: Best smile of 2005 … omdat hij de liefste lach ooit heeft. Die liet hij nogmaals zien bij het uitpakken van zijn cadeautje.
- James: Chef of 2005 … later bedachten we dat het eigenlijk best chef of 2005 moest zijn, maar daar was het te laat voor. Ook hij was blij met deze titel natuurlijk.
- Çağlar: God Bless Çağlar … we hadden hem amper gesproken, omdat hij ’s avonds meestal al in bed lag. Bovendien was hij ook vrij stil, dus wisten we bitter weinig over hem. Eén van de voorbeeldpopjes had God Bless Manchester (of zoiets) op zijn bordje staan en dus deden we dat maar. Grappig toen Fevzi het voor hem moest vertalen en hij daarbij Allah vernoemde.
- Esabil: For our best friend … omdat hij gewoon helemaal fantastisch was. Hij deed zichzelf af en toe tekort door te zeggen dat het niet waar was als we hem een compliment gaven. Maar we meenden altijd wat we zeiden. Hij is supervriendelijk, kan goed Engels en je kunt er veel lol mee maken. Ook Esabil was blij. Hij omhelsde ons allebei als dank.
Na het uitdelen van de cadeautjes waren er vier personeelsleden aan de bar: Fevzi, Hüsam, Mehmet en Emrah, die de rest vast en zeker verteld had over het water dat ik in zijn gezicht had gespetterd. Ze bespraken iets in het Turks, keken mij aan en keken toen richting zwembad. Erg subtiel zijn ze nooit als ze in het Turks over je praten. Ik voelde toen al nattigheid. Met vier konden ze me zeker aan om me het zwembad in te gooien. Bij voorbaat deed ik mijn horloge al uit en hield ik me goed vast op mijn kruk. Dat zagen ze en er gebeurde toch maar niets meer. Jammer eigenlijk. Anders had ik zeker geprobeerd er eentje mee in het zwembad te sleuren!
Na het eten zaten we op ons balkon en ging Emrah met een dienblad naar het zwembad om de bekers op te halen. We sprongen over het muurtje en liepen hem achterna. Ik langs de ene kant, mijn reisgezel langs de andere. Emrah was vrij snel bang gemaakt en zette het meteen op een lopen. Hij was echter omsingeld en zag geen andere uitweg. In een snelle beweging stond hij plots op het anderhalve meter hoge muurtje naast het zwembad. Lenig en sterk is hij wel… Even bleef hij staan. Wij ook. Toen sprong hij er langs de andere kant weer af en stapte via de straat weer veilig het restaurant binnen. De bange schijterd! Hij had niet eens een bekertje meegenomen! Çağlar werd dan maar naar buiten gestuurd. Hij heeft altijd al een soort droevige blik op zijn gezicht en bovendien kenden we hem niet zo goed, dus zaten we hem maar niet achterna.
Die avond aan de bar was Çağlar echter de barman en leerde ik hem iets beter kennen. In Nederland heb ik al vaker mensen tijdens een optreden of wat ook, horen roepen: “Broek uit! Broek uit!” En omdat er in het ‘Hoe en wat in het Turks’ boekje onder de categorie versieren ook stond ‘trek je … uit’ zochten we vrij snel broek op. Pantalon çikar! Dat zouden we roepen als ze hun zakdoekjes-zwaaien-act nog eens op zouden voeren. Dat gebeurde echter niet, dus zei ik het zo maar eens terloops en rustig, zonder hen ook maar aan te kijken. Alsof ik iets Nederlands tegen mijn reisgezel vertelde. Ze hadden het echter wel gehoord en Çağlar lachte en vertelde Esabil de receptionist iets in het Turks. Esabil vertaalde: “He says he won’t, because he’s not wearing any underwear!” Moeha, als we dat eerder hadden geweten, konden we iets leukers op zijn poppetje schrijven dan ‘God Bless Çağlar’.
Na een tijdje vroeg ik aan Esabil of hij even kon vertellen voor Çağlar dat we hem vorige keer eigenlijk amper kenden enzo, maar we hem nu dus hadden leren kennen en hij ook een toffe, vriendelijke jongen was. Ik weet niet, ik wou dat hij dat wist. Misschien om hem eens te zien lachen, want hij keek toch altijd zo droef. Maar zo was zijn gezicht nu eenmaal.
Na een tijdje waren de andere gasten ook weg, op Henny Huisman na, en haalde Çağlar ergens een of andere Playboy (maar dan een meer onthullende versie) vandaan en begon er in te bladeren. Erg veel schaamte had hij blijkbaar niet toen ik zag waar hij over wreef. Al snel bleek in ieder geval dat het niet gelogen was dat hij geen onderbroek aan had. :|
Was dit nu een extreme vorm van plagen of wat moest ik hier dan weer van denken. Ik probeerde het maar uit mijn hoofd te zetten. Rond middernacht zouden er nieuwe gasten arriveren en we waren wel benieuwd, dus bleven we nog even zitten. Middernacht werd echter half 1…. 1 uur… en verschillende bussen reden voorbij of stopten bij een hotel links en rechts van waar wij zaten. Telkens er een bus aankwam, keken Çağlar en Esabil nieuwsgierig naar buiten, maar telkens was het niet voor hen. “Maybe there are sexy girls.” Knipoogde ik naar Çağlar. Die zag dat duidelijk wel zitten. Grappig, van het weinige Engels dat hij verstond, wist hij wel wat sexy girls waren natuurlijk. Om half 2 was de bus er eindelijk. Er zat niet veel soeps in, want Çağlar liet een kreun horen en sloeg met zijn vuist op de bar. En inderdaad… de enige meisjes waar hij kans bij kon maken zagen eruit alsof ze 13, 14 waren. Verder merkte ik nog een gespierde knaap op, maar dat was natuurlijk ook niets voor Çağlar. Beiden verdwenen nu om hen de kamers te wijzen en koffers te sjouwen. De security, een oude man die geen woord Engels kan, kwam bij me zitten. Om me in de gaten te houden?
Hij had eerder al met me gesproken, volledig in het Turks en ik verstond er bitter weinig van, maar begreep uiteindelijk dat hij gehoord had dat wij in Turunç waren geweest en hij daar 15 jaar gewerkt had. Of 15 jaar geleden, dat kan ook. Ook nu begon hij af en toe te vertellen, maar ik begreep er weer bitter weinig van. Dus gebaarde hij maar. Een jeep kwam voorbij. Hij deed na alsof hij aan het besturen was en wees naar zijn neus. Hmmm… wat bedoelt hij? Enkele seconden later rook ik de stank van de jeep en begreep ik het. Hoe geweldig om een soort van conversatie te voeren met iemand die jou niet verstaat en andersom!
Çağlar en Esabil kwamen terug, maar ik was moe en ging slapen. Ik schudde de security de hand. Hij bleek het erg te appreciëren en nam mijn hand met beide handen stevig vast. Wat een oude, rare, maar lieve man!
Dag 7 – Afscheid nemen bestaat niet
De laatste dag. Veertig graden buiten. Bakken langs het zwembad. Ik had me volledig ingesmeerd, maar merkte aan het eind van de dag dat ik mijn gezicht vergeten was. Die zag dan ook zo rood als een kreeft.
H (één van die toffe meiden) kwam me nog halen. Ze zaten eerder die week al met een eng beest op de kamer en was er als de dood voor. Het was een soort wesp maar dan drie keer zo groot. Vorige keer had ze iemand van het personeel gevraagd om het weg te krijgen. Nu vroeg ze of ik wou helpen. Ik herinnerde haar aan het spin-verhaal, maar wou mezelf toch wel bewijzen, dus ging ik met haar naar boven. Daar, op de deurknop, zat het beest. Ze had hem bijna plat geknepen toen ze de deur wou openen, maar merkte het enge insect nog op tijd op. Ik had mijn badhanddoek meegenomen, maar kreeg daar spijt van. Ik wou geen bloed en ingewanden van een eng beest aan mijn handdoek. Even vroeg ik nog of ze het erg vond als het beest dood ging. Geen probleem. Het was dat of proberen lief te zijn en gestoken te worden door een onbekend ding waar je niet van weet of en hoe giftig het is. Ze bleef op een veilige afstand staan en schoof haar slipper naar me toe. Met een rake klap had ik het te pakken en met haar andere slipper kon ik het door het raam naar buiten gooien. Ik was haar held van de dag. Jeuhj!
Gelukkig besloten we die avond om na het eten even te slapen. We zouden namelijk om 2:35 uur opgehaald worden, dus we konden een beetje slaap wel gebruiken. Rond 21:00 uur gingen we aan de bar zitten. Fevzi, Hüsam en Esabil waren van dienst en wachtten samen met ons op de bus. We vroegen hen of de rest er ook nog was, omdat we graag afscheid zouden nemen. Vorige keer waren er namelijk nog maar twee wakker en konden we geen vaarwel zeggen en de rest niet bedanken. Geen probleem, ze zouden er wel voor zorgen.
Fevzi, waar vorige vakantie alles om leek te draaien bij mij, was deze week om een of andere reden op de achtergrond gevallen. Waarschijnlijk door het greppel-incident. Hoe raar was dat wel niet geweest? Maar toch slaagde hij er uiteindelijk toch nog in om mij helemaal floopy, zenuwachtig en raar te laten voelen. Door aan de andere kant van de bar de hele tijd voor me te staan en me aan te staren bijvoorbeeld. Of toen hij binnenkwam met een mooi wit bloempje. Mijn reisgezel zei plots: “Aah is that for me?” “No, for Robbie.” zei Esabil en Fevzi overhandigde me het bloempje. Een grote bak sentimentaliteit stortte over me heen. Dit bloempje moest bijgehouden worden. Het was vast niet zijn bedoeling, want eigenlijk gaf hij het af door de interventie van Esabil, maar toch… het was lief.
En toen moesten we wachten, wachten, wachten. En daar kwam de bus aan. Buiten stond een beetje personeel te wachten. Ook de security man, waar ik nu ook maar afscheid van nam. We hadden toch een beetje een gesprek gehad. Iets wat hem waarschijnlijk niet vaak gebeurde. Ik gaf een hand, maar hij drukte me tegen zich aan en gaf drie knuffels op zijn Turks. Ik besloot om zelf dan ook maar iedereen te knuffelen. Maar eentje was er niet… en dan ook net die ene die me die week het hoofd op hol had gebracht: Emrah. Mehmet deelde me mee dat hij dronken in bed lag en niet wakker te krijgen was. Jammer… maar niets aan te doen. Iedereen zat al in de bus en dus stapten wij ook in. Ik zette één stap op het trapje en plots begon het personeel te roepen om te wachten! Daar kwam Emrah alsnog aangelopen! Toen ik afscheid van hem nam, voelde ik zijn natte rug en rook zijn adem. De arme jongen had inderdaad met een dronken kop in een diepe slaap gelegen. Hoe lief dat hij toch nog voor ons er uit gekomen was! Bye bye Emrah and thanks for everything…
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home